Handreiking voor schooldirecteuren en teamleiders bij het toekennen van verlof
– vanwege vakantie;
– gewichtige omstandigheden;
– plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging.
Bronnen:
- De leerplichtwet 1969;
- Beleidsregel ministerie OC&W 21 juni 2012, IvhO/418788;
- Handleiding strafrechtelijke aanpak schoolverzuim 10 januari 2011;
- van Buitenen en H. Velthoen: Dossier leerplicht, kwalificatieplicht en RMC 2011-2012.
Download deze handreiking als PDF-bestand
321 kb
- Verzuim melden (DUO)
- Regionale afspraken over verzuim, thuiszitten en vrijstellingen
- Verlof verlenen
- Methodische Aanpak Schoolverzuim
- Passend Onderwijs
- Schorsen en verwijderen
- In- en uitschrijvingen
- Wat is de rol van het RBL bij langdurig schoolverzuim en thuiszitten?
- Doorstroompunt (MBO)
- Meer informatie en advies
- Relevante websites
Inleiding
Regelmatig komen er bij het Regionaal Bureau Leerrecht Holland Rijnland (RBL) vragen binnen van schooldirecteuren over het aanvragen en toekennen van verlof.
Het RBL heeft naar aanleiding hiervan een handreiking opgesteld voor u als schooldirecteur. Wij hopen hiermee duidelijkheid te verschaffen, en bij te dragen aan een eenduidige afhandeling van aanvragen in de regio.
In hoofdstuk 1 vindt u informatie over het verlenen van verlof wegens vakantie. Hiervoor is ook een handig stroomschema opgenomen.
In hoofdstuk 2 vindt u informatie over het verlenen van verlof wegens gewichtige omstandigheden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een aanvraag onder de 10 schooldagen (hierover beslist de directeur) en een aanvraag boven de 10 schooldagen (hierover beslist de consulent leerrecht).
In hoofdstuk 3 is informatie opgenomen over het verlenen van verlof wegens plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging.
Hoe dit stuk te gebruiken?
Het stuk is nadrukkelijk bedoeld als hulpmiddel bij het beoordelen van aanvragen. Het verlenen van verlof wegens vakantie of gewichtige omstandigheden onder de 10 dagen is en blijft de bevoegdheid van de schooldirecteur.
U kunt onderdelen uit dit stuk wellicht ook gebruiken om ouders voor te lichten over dit onderwerp, bijvoorbeeld in de schoolgids of op uw website.
De formulieren voor het aanvragen van verlof (onder de 10 dagen) zijn opgenomen achterin deze handreiking.
Hoofdstuk 1
Artikel 11 onder f, vakantieverlof
Op grond van artikel 11 onder f en 13a, tweede lid van de leerplichtwet 1969 is om buiten de schoolvakantie op vakantie te gaan vanwege het specifieke beroep van één van de ouders, éénmaal vrijstelling van geregeld schoolbezoek mogelijk voor ten hoogste 10 dagen per schooljaar.
Dit mag in geen geval in de eerste twee weken van het nieuwe schooljaar. Ook is het niet toegestaan dagen op te tellen tot een maximum van tien.
Als er dus een tweede verzoek in hetzelfde schooljaar wordt gedaan door de ouders mag de directeur daarover niet beslissen. Dit verzoek dient te worden afgewezen.
In de volgende gevallen wordt in ieder geval geen extra verlof gegeven:
- Familiebezoek in het buitenland;
- Goedkope tickets in het laagseizoen;
- Omdat tickets al gekocht zijn of omdat er geen tickets meer zijn in de vakantieperiode;
- vakantiespreiding;
- verlof voor een kind, omdat andere kinderen in het gezin uit het gezin al of nog vrij zijn;
- eerder vertrek of latere terugkomst in verband met verkeersdrukte;
- samen reizen/in konvooi rijden;
- kroonjaren;
- sabbatical;
- wereldreis/verre reis;
- deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband.
Het schema beoordeling verlofaanvragen is als leidraad te gebruiken bij de beoordeling van dit wetsartikel.
Hoofdstuk 2
Artikel 11 onder g, verlof vanwege gewichtige omstandigheden
Op grond van artike l11, onderdeel g en artikel 14 van de Leerplichtwet zijn in bepaalde situaties bijzondere vormen van verlof toegestaan voor maximaal 10 dagen per schooljaar. Het gaat hier om zogenaamde ‘andere gewichtige omstandigheden’.
Uitgangspunt bij ‘andere gewichtige omstandigheden’ is, dat externe omstandigheden buiten de wil van de ouders en/of het kind plaatsvinden. Hierbij valt de beslissingsbevoegdheid uiteen in twee delen.
- Tot en met tien schooldagen in een schooljaar (in één keer, of in een paar gevallen bij elkaar opgeteld) beslist de directeur van de school over het al dan niet toekennen van het In het voortgezet onderwijs en het MBO kan dat ook de teamleider zijn.
- Bij meer dan tien dagen in een schooljaar (in één keer, of in een paar gevallen bij elkaar opgeteld) beslist de consulent leerrecht, nadat diegene contact met school en ouders/verzorgers heeft gehad.
Tien schooldagen of minder
Hieronder wordt aangegeven welke omstandigheden in aanmerking komen voor het verlof:
- Verhuizing: maximaal één dag;
- voor het voldoen van wettelijke verplichtingen, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden: maximaal 10 dagen;
- huwelijk van bloed en aanverwanten tot en met de derde graad*:
- binnen de woonplaats: maximaal één dag;
- buiten de woonplaats: maximaal twee dagen;
- buiten Nederland, maximaal 5 dagen
Soort bewijs trouwkaart indien twijfelachtig kopie trouwakte;
- 12,5-, 25-, 40-, 50-, of 60-, jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders: maximaal één dag;
- 25-, 40-, of 50 jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders: maximaal één dag.
- ernstige levensbedreigende ziekte zonder uitzicht op herstel van bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad*: maximaal 10 dagen.
Soort bewijs: doktersverklaring waar ernstige ziekte uit blijkt. - overlijden van bloed- en aanverwant:
- 1ste graad* maximaal 5 dagen;
- 2de graad*: maximaal twee dagen;
- 3de en 4de graad* 1 dag;
- Buiten Nederland maximaal vijf dagen.
- voor een andere naar het oordeel van het hoofd van de school/instelling gewichtige omstandigheden: maximaal 10 dagen.
- Graden van verwantschap ten opzichte van het kind:
* 1e graad: ouders;
2e graad: zus/broer, grootouder;
3e graad: oom/tante, neef/nicht (kinderen van broers en zussen), overgrootouder;
4e graad: oudoom/tante, neef/nicht (de kinderen van de broers of zussen van de ouder), achterneef, achternicht, betovergrootouder.
Niet onder gewichtige omstandigheden als bedoeld in artikel 11g vallen:
- Oriëntatie op emigratie.
In verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste 8 weken van tevoren bij de school worden ingediend, tenzij dat redelijkerwijze niet mogelijks is. In dat geval zo spoedig mogelijk.
Hoofdstuk 3
Artikel 13. Plichten voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging
Overzicht niet christelijke religieuze feestdagen
De volgende beleidsregels regels worden door het Regionaal Bureau Leerrecht Holland Rijnland gehanteerd. Wij adviseren schooldirecteuren dit beleid te volgen bij het toekennen of afwijzen van verlof voortvloeiend uit godsdienst of levensovertuiging:
- Alleen voor religieuze feestdagen verlof verlenen;
- bij verzoeken voor vrijstelling van geregeld schoolbezoek in verband met religieuze feestdagen, maximaal één dag per feest toestaan, ongeacht de duur van het feest.
Onderstaande data kunnen worden gehanteerd als officiële, niet christelijke, religieuze feestdagen:
Islamitische feestdagen:
- Offerfeestdagen (het offerfeest duurt 4 dagen)
- Suikerfeest (het suikerfeest bestaat uit 3 dagen)
Hindoe-feestdagen:
- Holifeest
- Diwalifeest
Joodse feestdagen:
- Paasfeest (het paasfeest bestaat uit tweemaal 2 dagen)
- Wekenfeest
- Joods Nieuwjaar
- Grote verzoendag
- Loofhuttenfeest (het loofhuttenfeest bestaat uit eenmaal 2 dagen + eenmaal 3 dagen)
- Slotfeest
- Vreugd der Wet
NB: de exacte data van de islamitische feestdagen zijn pas kort voor de viering bekend en verschillen per land, dit in verband met de stand van de maan in de diverse thuislanden.